Kinderlezingen

Hoe werken de bijen samen?

Hoe werken bijen samen? Raakt energie ooit op? Hoe weet Youtube wat ik leuk vind? Tijdens de kinderlezingen die maandelijks plaatsvinden in NEMO krijgen kinderen het antwoord op deze en andere vragen. Dit keer ging deze lezing over de slimme strategieën die bijen gebruiken om te communiceren.

20180415_133956.jpg

In een met bloemen versierde en naar aardbeien geurende zaal van NEMO Science Museum staat ecoloog Koos Biesmeijer, de baas van Nederlands meest bekende dierenonderzoeker: Freek Vonk. Biesmeijer weet ontzettend veel van bijen en neemt de kinderen daarom vandaag mee in de zoektocht naar het antwoord op de vraag: Hoe werken bijen samen? Voordat Biesmeijer begint, is hij nieuwsgierig naar wat de kinderen allemaal al weten over bijen. ‘Ze verzamelen honing,’ weet iemand. ‘Ze steken,’ zegt een jongen. ‘Ze zijn heel belangrijk, omdat ze voor de bestuiving van de planten zorgen,’ vertelt een meisje. ‘Ze hebben een koningin,’ klinkt het. En: ‘Ze verdelen de taken.’ Biesmeijer is onder de indruk van wat hij zoal hoort. Toch onderwerpt hij iedereen aan een echte test en vraagt: ‘Leven bijen alleen of in kolonies?’ Makkie, denken de kinderen, ze leven in volken. Mis! ‘Er zijn ook bijen die alleen leven,’ vertelt Biesmeijer. Dat worden solitaire bijen genoemd en dat zijn de bijen die je bijvoorbeeld in een bijenhotel aantreft, zoals de metselbij. ‘Die heet zo, omdat die een muurtje metselt.’ ‘Kunnen alle bijen steken,’ is de volgende vraag. Hm, dat is best een lastige. De meeste kinderen denken dat niet alle bijen kunnen steken, maar kunnen niet vertellen waarom. Ze hebben het goed, want niet alle bijen steken. Biesmeijer legt uit hoe het zit: ‘Alle vrouwtjes kunnen steken, maar de mannetjes niet.’ En daarom kan de ecoloog dus gewoon een mannetjeshommel oppakken. ‘Hij doet dan wel gevaarlijk met zijn pootjes en probeert te steken, maar ik weet dat hij het niet kan.’

Jummie, bijenkots

‘Kunnen bijen kotsen?’ Huh, kotsen? In de zaal klinkt gegiechel. Maar het is waar; bijen kotsen. ’Potjes vol,’ lacht Biesmeijer. ‘Weet je wat bijenkots is? Honing!’ Bijen verzamelen nectar uit de bloemen en kotsen dat uit in de korf. Het dient als voedsel, om bijvoorbeeld goed de winter door te komen. En hoe zit het met horen, kunnen bijen dat? Veel kinderen denken van wel, maar hoe dan? ‘Bijen kunnen horen, maar ze hebben geen oren,’ zegt Biesmeijer. ‘Ze horen met hun voelsprieten en hun pootjes. In hun voeten zitten haartjes waarmee ze de trillingen van geluid kunnen voelen.’ Bijen kunnen ook ruiken, daarmee vinden ze de bloemen die lekker zijn. ‘Maar waar zit de neus van de bij,’ vraagt Biesmeijer. ‘Bij de voorpoten,’ klinkt het. En: ‘Bij de angel!’ Het zijn goede ideeën, maar de ecoloog vertelt waarmee de bij echt ruikt: de voelsprieten. Naast de ‘oren’ zijn de voelsprieten dus meerdere zintuigen. ‘In de voelsprieten zitten wel zesduizend rondjes die de geur oppikken en doorgen aan de hersenen.’ En doordat de bij niet een, maar twee voelsprieten heeft, kan hij in stereo ruiken. ‘Wij kunnen stereo horen, omdat onze oren aan de zijkanten van ons hoofd zitten. Bijen ruiken in stereo, daarom gaan zigzaggend naar de bloem die lekker ruikt.’

Ogen voor nop

 Doordat de bijen zo goed kunnen ruiken en horen, denken een paar kinderen dat bijen niet goed kunnen zien. ‘En anders gaan ze niet zigzaggen,’ legt een meisje uit. Goed bedacht. Toch kunnen bijen goed zien. ‘Ze hebben twee grote ogen aan de zijkant van hun kop,’ vertelt Biesmeijer. ‘En ze hebben ook nog drie kleine oogjes bovenop hun kop. Dat zijn deze kleine puntjes. Daarmee kunnen ze niet goed zien, maar wel licht en donker mee opvangen.’ Bijen hebben bovendien facetogen, dat betekent dat ze alles zien in zeskantjes. ‘Bijen zien trouwens ook wat anders dan wij. Wij zien alle kleuren van de regenboog. Ultraviolet en infrarood kunnen we niet zien. Een bij ziet helemaal geen rood, maar wel ultraviolet. Dus bijen zien bloemen heel anders dan wij.’ Biesmeijer laat een bloem zien zoals de bij die ziet. Het is een donkerpaarse bloem met een lichtgevend hart en bloemblaadjes. Biesmeijer: ‘Bijen kunnen dus ruiken, voelen, horen en zien, maar dan anders dan wij.’ Na deze uitgebreide kennistest, is het tijd voor een prijsvraag. Alle kinderen schrijven op een briefje hoeveel bijensoorten zij denken dat er in Nederland zijn. Ze leveren de briefjes in en aan het eind van de lezing wordt een winnaar bekend gemaakt.

DD463293.jpg

Het leven in de korf

Dan laat Biesmeijer een foto van zichzelf zien. Maar… We zien alleen een ingelijst zwart vlak. ‘Waar heb ik deze foto gemaakt,’ vraagt de ecoloog. Het is even stil. Dan zegt een jongen: ‘Ik denk in de bijenkorf, want daar is het donker.’ En dat klopt! Want dit is hoe de korf eruit ziet voor de bij. Biesmeijer kan het niet laten en vraagt nog meer aan de kinderen: ‘Welke bijen kennen jullie eigenlijk?’ ‘De honingbij!’ ‘De hommel!’ ‘De aardbei!’ Daar moet iedereen even om lachen. Op het scherm in de zaal verschijnen vier foto’s met vliegbeesten. ‘Hoeveel bijen zie je,’ is de vraag. Op de eerste foto staat volgens een paar kinderen een bij. Maar hoewel hij er veel op lijkt, is het toch echt een zweefvlieg. ‘Hij doet wel de bij na, dat nadoen noemen we mimicry. Hij gaat ook zoemen als er gevaar is, net als een bij. Maar een zweefvlieg heeft twee vleugels en een bij heeft er vier.’ Op de tweede foto staat een honingbij, dat kan iedereen duidelijk zien aan het klompje stuifmeel dat aan zijn poot hangt. Foto drie is er een van een wesp. Denkt iedereen. Maar… ‘Het is een wespbij,’ zegt Biesmeijer lachend. ‘Deze bij steelt. Zij zoekt een nest van een andere bij en legt daar haar eitjes, net als de koekoek. De larve van de wespbij eet de andere larven op.’ Op de laatste foto staat een hommel. ‘Dat is ook een bij,’ zegt Biesmeijer. ‘Dus we zien drie bijen op deze foto’s.’ ‘De meeste bijen leven trouwens alleen, in de grond,’ voegt hij er nog aan toe. ‘Onder het gras bijvoorbeeld, zitten bijennesten.’ Maar wij gaan het nu niet hebben over de solitaire bij, maar over bijen die in kasten wonen: de honingbij. In de zaal staat een pop in een imkerpak, dat draagt een imker om zich te beschermen tegen bijensteken. ‘Als je binnenin een kast kijkt, zie je allemaal ramen. De imker geeft bijen een beginnetje, een raam met een plaatje erin. De bijen maken daarop een honingraat.’ Een bijenkorf bestaat uit allemaal van dit soort raten. En die raten bestaan uit zeskantige cellen, waar de koningin eitjes in legt. En er zijn natuurlijk cellen waar de honing in zit

20180415_135809.jpg

Hoe belangrijk zijn bijen?

Wat hebben we eigenlijk aan bijen? ‘Ze bestuiven het land en ze maken honing wat mensen heel lekker vinden,’ weet een meisje. En inderdaad, bijen maken honing. ‘Maar dat doet alleen de honingbij,’ zegt Biesmeijer. ‘Het belangrijkst is wel de bestuiving van bloemen, planten en gewassen.’ Niet alle gewassen hoeven door bijen te worden bestoven, zoals gras. Bij de bestuiving daarvan speelt de wind een grote rol. Maar wat doe je als er dan geen wind staat? ‘Dan huur je een helikopter in!’ Biesmeijer laat een filmpje zien van een helikopter die een hoop wind maakt boven een grasveld. ‘Toch zijn bijen het belangrijkst voor de bestuiving,’ meent hij. De ecoloog laat een filmpje zien van wat er allemaal gebeurt bij en na de bestuiving van een aardbeiplantje. Nadat de bij van de nectar heeft gesnoept, vallen de blaadjes van de bloem; die heeft hij toch niet meer nodig. De bloembodem groeit daarna uit tot een heerlijk, sappige aardbei. ‘In je tuin heb je vaak aardbeien die er anders uitzien dan in de winkel,’ zegt Biesmeijer. ‘Dat gebeurt als er geen bij is geweest of als de bij even werd afgeleid en de bloem maar voor een deel is bestoven. Dan is de bestuivingskracht anders.’ Niet alleen aardbeien hebben bestuiving door bijen nodig. Op het scherm verschijnen ontzettend veel vruchten en groenten. Door elkaar schreeuwen de kinderen wat ze zien: ‘Meloen!’ ‘Framboos!’ ‘Aubergine!’ ‘Appels!’ ‘Peren!’ Op een andere plaat staan banaan, ananas, druiven en mandarijnen. ‘Dit fruit heeft geen bestuiving nodig,’ zegt Biesmeijer. ‘Dus de volgende keer dat je een appel eet, moet je maar even aan de bij denken.’ Samenwerken ‘Wij hebben een systeem met leiders die ons vertellen wat we moeten doen, zoals koningin Máxima en premier Mark Rutte,’ zegt Biesmeijer. ‘Bijen hebben ook een koningin, maar die is niet de baas. Zij is alleen maar een broedmachine. Dus de werksters moeten alles zelf doen: cellen bouwen, voedsel verzorgen, larven voeden en de woning maken bijvoorbeeld.’ De koningin legt wel tweeduizend eitjes per dag en de werksters zijn de hele dag druk met het voeden van de koningin en het verzorgen van de larven. Soms komen er ook mannetjes uit, dat zijn darren. Die zijn wat groter dan de werksters en hebben maar één taak: de koningin bevruchten. Terwijl de darren en werksters bezig zijn met hun taak, moeten de andere bijen alles zelf doen in de korf. Het zoeken en vinden van voedsel voor de kolonie is heel belangrijk. Maar voedsel verzamelen is ook erg gevaarlijk. Waarom verlaten bijen dan toch de korf? ‘Instinct,’ zegt een meisje stellig. ‘Misschien is honger wel een reden om naar buiten te gaan,’ zegt Biesmeijer. En wat doet de eerste bij die naar buiten gaat dan? Verkennen! Om erachter te komen wat een honingbij doet, hebben onderzoekers een antenne op zijn rug geplaatst. En wat zagen ze? De bij vloog eerst rondjes om de kolonie en breidde dat steeds verder uit, in verschillende richtingen. ‘Wat is dan handig om te doen? Als bij zelf voedsel gaan zoeken of informatie zoeken, door andere bijen dingen te vragen?’ Een combinatie van die twee is volgens de kinderen de beste oplossing. En dat is goed. Biesmeijer: ‘De combinatie is heel belangrijk, omdat bloemen altijd op andere plekken bloeien.’

Dansen in het donker

De bij vertelt waar hij nectar heeft gevonden, door het doen van een dans. Maar hoe doe je dat in een donkere korf en niemand je kan zien dansen? ‘Dat doen honingbijen met de kwispeldans,’ zegt Biesmeijer enthousiast. Bijen kijken heel goed naar waar ze de bloem hebben gevonden en in welke hoek de zon staat ten opzichte van de korf. ‘De schutbij vindt voedsel en doet de dans in de korf. Na een tijdje krijgt de scout volgers, die met hun voelsprieten voelen hoe lang de kwispel is, want hoe langer de de kwispel, hoe verder weg de bloem is.’ Na jarenlang onderzoek, kan Biesmeijer heel goed de bijendans ‘lezen’. Het is tijd om te testen hoe de kinderen het doen. Op de grond ligt een papier, dat is de korf. Dan gaat een lamp aan het plafond aan, dat is de zon. En aan de wanden hangen allemaal bloemen. Twee kinderen gaan op de korf staan en kijken goed naar de dans op het scherm. ‘Voor welke bloem is deze dans?’ De kinderen overleggen goed. Het lezen van de dans is nog best lastig en de eerste keer gaat het niet helemaal goed. En dan: ’De bij danst in de richting van de zon, dus dan gaan wij richting de zon. Dus dìe bloem is het!’ Hartstikke goed gedaan! Nadat nog een paar andere kinderen de dans hebben gelezen, verandert er iets: de zon verplaatst. Dat gebeurt overdag natuurlijk ook. Een bij die ’s ochtends en ’s middags dezelfde dans danst, wijst hiermee toch een heel andere bloem aan. Biesmeijer: ‘Best knap van die bijen, toch?’ De bijen gebruiken de dans trouwens niet alleen om voedsel te vinden, maar ook voor bijvoorbeeld een plek voor een nieuw huis. Bijen tellen! Dus door het verdelen van de taken en het doen van de bijendans, kunnen honingbijen zo goed samenwerken. ‘Dit waren de honingbijen, maar ik doe ook onderzoek naar eenling-bijen, de solitaire bijen,’ zegt Biesmeijer. ‘En daar heb ik hulp bij nodig.’ Daarom heeft hij, samen met een heleboel andere mensen, de nationale bijentelling, onderdeel van Nederland Zoemt, bedacht op zaterdag 21 en zondag 22 april. Biesmeijer: ‘Het gaat niet zo goed met de bijen, daarom doen we dit.’ De Kinderlezing is een activiteit van NEMO Science Museum i.s.m. Universiteit van Amsterdam Tot slot wordt nog de winnaar van de prijsvraag bekend gemaakt: Hoeveel bijensoorten zijn er in Nederland? Het zijn er 358 en met 550 zat een jongen er het dichtst bij. Naast de eeuwige roem, gaat hij naar huis met… een potje bijenkots!